Camera’s hebben over het algemeen twee focus opties: Single-shot (of AF-S) en Continuous Servo (of AF-C). Met AF-S zet de camera de autofocus vast. Als je hierna de camera of het onderwerp beweegt, zal het focuspunt niet veranderen. Met de stand op AF-C, zal de camera continue de autofocus blijven aanpassen als je onderwerp beweegt. Er zijn inmiddels ook hybride systemen waarbij de camera op basis van de scene-analyse zelf de juiste keuze maakt.

Beginner Tip:
Kijk hoe je zelf de autofocuspunten op je camera kan veranderen en zet hem op stand autofocus-continue. Oefen vervolgens met het wijzigen van je autofocuspunt waarbij je je onderwerp buiten het centrum van je compositie plaatst. Als je camera het autofocuspunt niet kan aanpassen, zet de camera dan op single-shot, stelscherp op je onderwerp en pas vervolgens je compositie aan. Let er op dat je altijd scherp stelt op het gezicht op het oog.

Pro Tip:
Sommige camera’s hebben een extra autofocusknop achterop de camera. Wij gebruiken deze vaak en activeren de autofocus met onze duim. Zeker bij het volgen van bewegende dieren. Op het moment dat we willen stoppen omdat het onderwerp is gaan stil zitten/staan, kunnen we stoppen. Voordeel is dt de camera zijn focus punt vasthoud als er bijvoorbeeld een dier voor de scene langsloopt of er een onverwachte beweging in het horizontale vlak is.

Hoe maak je dit beeld?
Lens: Lange zoomlens
Instellingen: Lage ISO, Diafragma open
En dan: Zet je camera op autofocus continue met een enkel autofocus punt. Beweeg met dit autofocuspunt mee met het oog van de vogel en druk af als je de juiste compositie te pakken hebt.